Onze zwerfkatten in de buurt

Sinds het begin van vorig jaar beginnen de zwerfkatten in onze buurt één voor één zichtbaar te worden. Aanvankelijk kwamen we ze maar heel af en toe tegen, maar tegenwoordig zijn ze niet meer zo zeldzaam. Als ik ze vaak zie, lijkt het alsof de populatie steeds groter wordt. Als kattenliefhebber ben ik blij met hun aanwezigheid en neem ik af en toe wat kattenvoer mee in mijn tas om de katten die ik tegenkom op straat een traktatie te geven. Als ik met deze kleine actie even wat comfort kan bieden aan een hongerige zwerfkat, vind ik dat al genoeg.

Ik beschouw zwerfkatten als een onderdeel van de natuurlijke wereld die samen met ons leeft in de door mensen gemaakte stedelijke omgeving. Deze dieren leven hard van dag tot dag voor hun overleven, achter de schermen van onze drukke straten. Daarom zie ik zwerfkatten niet enkel als ‘wilde dieren die in de stad leven’, maar als wezens die samen met de mensheid moeten co-existeren.

Tuurlijk, mijn kijk op zwerfkatten is niet noodzakelijk voor iedereen hetzelfde. Niet iedereen houdt van katten. Er zijn mensen die zich ongemakkelijk voelen bij de aanwezigheid van zwerfkatten en soms zelfs kwaadwillig zijn. Hun ongemak kan soms leiden tot ongepaste acties. Bij het tegenkomen van deze situaties maak ik me vaak zorgen over de veiligheid van zwerfkatten in de stad.

Onze houding ten opzichte van zwerfkatten

Anderzijds denk ik dat het niet alleen maar goed is dat het aantal zwerfkatten snel toeneemt. De stad is een gevaarlijke omgeving voor zwerfkatten om in te leven. Zelf heb ik meerdere keren zwerfkatten gezien die door een ongeluk om het leven zijn gekomen, en dat deed altijd pijn in mijn hart. Om dit probleem op te lossen, denk ik dat het noodzakelijk is dat gemeenten of vrijwilligersorganisaties castratieprogramma's ondersteunen om de populatie op een passend niveau te houden. Zwerfkatten hebben ook het recht om veilig samen met mensen te leven.

Gisteren ontdekte ik een heel klein katje op de weg naar huis. Zou het ongeveer twee maanden oud zijn? Het had een klein en schattig gezicht met ronde ogen die naar mij opkeken, en dat was echt lief. Maar in die ogen zat ook een waakzaamheid en angst voor overleven. Als ik denk aan het leven van een zwerfkat die alleen in gevaar leeft met zo'n klein en kwetsbaar lichaam, voelen mijn gevoelens meer als medelijden dan als schattigheid. Ik vroeg me af hoe zo'n klein katje het in deze brute stad ooit zou kunnen overleven, en dat maakte me emotioneel.